Boksicoon vreesde dood in de ring: smeekte zijn trainer om te stoppen - tevergeefs
In dit artikel:
In 1975, in een bloedhete, uitverkochte arena in Manila, stonden Muhammad Ali en Joe Frazier tegenover elkaar in wat later de "Thrilla in Manila" zou heten — een brute uitputtingsslag van veertien rondes. Ali was totaal opgebrand: pijn in zijn lichaam, brandende longen en een bonzend hoofd. Op een gegeven moment wilde hij opgeven en vroeg tegen zijn trainer Angelo Dundee: “Knip mijn handschoenen af.” Dundee weigerde, en dat besluit draaide het lot van het gevecht — of misschien zelfs van Ali zelf — om. Frazier was even uitgeput; diens trainer gooide eerder de handdoek in de ring, waarmee Ali de overwinning kreeg, maar het voelde meer als overleven dan als triomf. Ali zelf zei later dat het gevecht het dichtst bij de dood was dat hij ooit was gekomen.
Het gevecht wordt gezien als emblematisch voor de tol van topboksen: fysiek en blijvend. Jaren later kreeg Ali Parkinson, en veel deskundigen zien een verband met de harde klappen uit zijn carrière. Bovendien bokste Ali in de jaren zeventig ook tegen worstelaar Antonio Inoki in Japan — een ongebruikelijke ontmoeting die vaak als een van de voorlopers van het moderne MMA wordt genoemd.