Bokser veroordeeld voor moord: rechtbank spreekt definitief oordeel uit
In dit artikel:
In januari 2020 raakte de 29-jarige worstelaar Dominik Sikora buiten een club in Poznań betrokken bij een confrontatie met de oud-bokser Olgierd M. Na één klap viel Sikora achterover en sloeg met zijn hoofd op het trottoir; enkele dagen later overleed hij in het ziekenhuis. De aanvaller verdween meteen naar Spanje, maar werd later opgepakt en aan Polen uitgeleverd.
In 2024 oordeelde de rechtbank in Poznań dat Olgierd M. niet schuldig was aan moord, maar wel aan dood door schuld. Hij kreeg een gevangenisstraf van 3,5 jaar; dat vonnis bleef ongewijzigd in hoger beroep. De kernvraag tijdens het proces was of de klap met opzet was toegebracht. De rechter concludeerde van niet: de klap zelf was niet krachtig en de fatale gevolgen ontstonden vooral door de val en de impact op het hoofd. De rechtbank wees erop dat een getrainde bokser veel harder had kunnen slaan als hij dat had gewild, en dat het incident daarom geen opzettelijke knock-out betrof, maar iets dat uit de hand liep.
De rechtbank verwierp ook de suggestie dat vechtsporters per definitie gevaarlijk buiten de ring zijn; rechter Piotr Gerke merkte op dat “niet elke vechtsporter een gevaar op straat” is. Tegelijk stelde hij dat juist een sporter zich bewust moet zijn van de risico’s van een klap, zeker tegenover een professionele en gespierde tegenstander als Sikora. De verdediging had provocatie aangevoerd, maar dat veranderde niets aan de verantwoordelijkheid van Olgierd M.
Naast de gevangenisstraf legde de rechter een schadevergoeding op: elk familielid van Sikora ontvangt 30.000 złoty. De zaak illustreert hoe één klap buiten de sportcontext tragische en juridische gevolgen kan hebben, ook zonder bewuste moordintentie.